Hoogbegaafdheid

Hoogbegaafdheid

(Overgenomen uit map Leerzorg: "Eerste hulp bij leerstoornissen en problemen bij het leren".)

Deze leerlingen kunnen opvallen door…

Hoogbegaafde leerlingen vertonen een grote honger naar kennis en nieuwe inhoud. Zonder veel inspanning pikken ze leerinhouden op. Meestal ontwikkelen ze weinig of geen leer- of studievaardigheden. Ze vervelen zich snel. Hun intelligentie gebruiken ze soms om problemen te ontwijken. Als hun grote parate kennis en snelle geest niet meer volstaan om voldoende te presteren, kunnen ze faalangst en problematisch uitstelgedrag ontwikkelen.

Mogelijk zwakke kanten:

Kennishonger
  • stellen veel en onverwachte vragen, lijken soms problemen te zoeken waar er geen zijn
  • blijven doorvragen, drammen door
  • haken af bij herhaling en uit het hoofd leren
  • weinig motivatie voor het klassikale aanbod

Leervaardigheden en werkhouding
  • presteren onder hun niveau, wisselende resultaten
  • onvoldoende aandacht bij lezen van of luisteren naar instructies
  • weigeren te leren wat ze niet zinvol vinden
  • gebruiken aangeleerde methodes niet of nonchalant, snel tevreden, geven snel op
  • kloof tussen "begrijpen" en "beheersen"
  • afwezig, overweldigd door indrukken, prikkels of stemmingen
  • zwakke concentratie en fouten bij eenvoudige opdrachten of herhaling
  • hekel aan routinetaken
  • dromerig, prutsen als gevolg van verveling


Sociaal
  • snel uitgesloten, niet begrepen voelen
  • moeilijk contact, vriendschap met leeftijdsgenoten, - integratie in een groep
  • neiging tot domineren, betuttelen


Emotioneel
  • clownesk gedrag, agressief gedrag
  • gezag en regels in vraag stellen
  • moeilijk te straffen
  • zwart/wit denken, te ver doordenken
  • faalangst, neerslachtig


Algemeen
  • opgaan in eigen leefwereld, overgevoelig
  • ongelijke ontwikkeling van verschillende vaardigheden
  • thuis ander gedrag dan op school
Mogelijk sterke kanten:

Kennishonger
  • weet- en leergierig, diep op dingen doorgaan
  • kennis van eigen interessegebieden is groot
  • scherp waarnemen en observeren
  • grote denksprongen
  • sterk ontwikkeld creatief/divergent denken

Leervaardigheden en werkhouding
  • goed geheugen, prestatiegericht
  • sterk redeneervermogen, leggen snel verbanden,
  • bedenken creatieve oplossingen
  • bij voldoende uitdaging grote vooruitgang in leren, snel verwerken van veel leerstof
  • snel en graag zelfstandig werken
  • focussen zich sterk bij interesse
  • bij de les blijven, ook al lijken ze niet betrokken of vertonen ze storend gedrag
  • zich concentreren op meerdere zaken tegelijk


Sociaal
  • sterke en hechte vriendschapsbanden
  • scherp inzicht in relaties en interacties
  • leiderschapskwaliteiten
  • heel goed lichaamstaal lezen
  • sterke onderhandelingsvaardigheden
  • laten zich niet door de groep dwingen


Emotioneel
  • sterke wil, standvastig, sterke emoties
  • sterk rechtvaardigheidsgevoel
  • goed inlevingsvermogen

Algemeen
  • verbaal sterk, taalvaardig, of juist sterk ruimtelijk-visueel
  • eigen gevoel voor humor
  • perfectionisme
  • overvloed aan ideeën
  • onvermoeibaar

Wat moet je vooral doen en wat niet?

Do's

Accepteren
  • laat voelen dat je in de leerling gelooft.
  • neem de zorgen en inbreng van ouders ernstig.
  • aanvaard dat niet alle hoogbegaafden op dezelfde manier functioneren (verstandelijk, sociaal, emotioneel, enz. )
  • luister actief, zelfs als de leerling lijkt door te drammen.


Stimuleren en begeleiden
  • motiveer en leg nadruk op talenten.
  • zorg dat de leerling meermaals per dag iets kan leren.
  • maak duidelijke afspraken over wederzijdse inzet en timing.
  • bied uitdagende opdrachten en inhouden aan.
  • leg de lat hoog en maak bij de evaluatie onderscheid tussen inspanning en resultaat.
  • leer 'doorzetten'. Moeilijke opdrachten en 'veel leerstof' moeten af en toe!
  • begeleid teleurstelling bij falen. Deze leerling heeft faalervaringen nodig!
  • voorzie dat leerlingen af en toe met elkaar kunnen werken (b.v. in een kangoeroeklas).
  • waardeer de leerling en daag positief uit.


Compenseren/dispenseren
  • vermijd onnodige instructie.
  • compact (leerstof op kortere tijd aanbieden, waardoor er ruimte komt voor verdiepen en verbreden).
  • verdiep (dieper en anders ingaan op een onderwerp dan de methode doet).
  • verbreed (leerstof buiten het reguliere programma aanbieden).
  • versnel indien nodig (in versneld tempo laten doorlopen van de schoolperiode).
  • beoordeel aanvullende taken en geef feedback.


Leren leren
  • maak de leerling bewust van de eigen leermethodes en leerstijl. Help die te verbeteren.
  • check of de leerling ze ook zo toepast.
  • leer stilstaan bij belangrijke kernwoorden.
  • leer de leerling hulp vragen.
  • check of de opdracht gelezen/gehoord en begrepen is.
Dont's

Begeleiding
  • uitspraken zoals "Als je dan toch zo slim bent…".
  • uitspraken over "de hoogbegaafden". (Zij verschillen heel sterk onderling én weten dat.)
  • redeneringen afdoen als niet terzake.
  • levensvragen die de leerling ter sprake brengt uit de weg gaan.
  • verwachten dat de leerling bewijst dat hij een voorsprong heeft.
  • de spontane ontwikkeling van de leerling afremmen.
  • de leerling buiten de klasgroep plaatsen.


Aanpak en begeleiding
  • meer van hetzelfde: de leerling herhaling na herhaling laten ondergaan.
  • de leerling niet aan bod laten komen omdat je weet dat hij het toch al kent.
  • vrijblijvendheid van aanvullend werk.
  • denken dat versnellen op zich afdoende is.
  • er van uitgaan dat de beschikbaarheid van uitdagend materiaal alleen voldoende is voor een hoogbegaafde leerling.
  • de leerling als zuiver hulpje inschakelen.
  • wel: bijvoorbeeld als coach van medeleerling.
  • onrealistische verwachtingen stellen (bijvoorbeeld verwachten dat ze al hun problemen zelf kunnen oplossen)
  • verwachten dat de leerling op alle vlakken even sterk is.
  • elk eigen initiatief de kop indrukken.
  • aanvaarden dat de leerling zich aanpast aan de gemiddelde klasnorm.


Gedrag
  • 'Waarom? Daarom!' Wel: uitleg geven bij geboden en verboden.
  • de leerling als een lastpak benaderen, hem als storend labelen (dat kan pesten in de hand werken).
  • de leerling aanmanen 'gewoon' te doen.

Vakken die problemen kunnen geven: alle vakken waarbij gememoriseerd moet worden
en waarbij logica niet volstaat:
Rekenen, wiskunde, wereldoriëntatie, geschiedenis, aardrijkskunde,… (tafels, definities)
Nederlands en vreemde talen: vocabulaire, grammatica bij aanleren van talen